Al-Moefattiraat - Zaken die het Vasten Verbreken.
Auteur: Iemaam Al-'Allaamah Al-Faqieh Mohammed Ibn Saalih Al-'Utheymien
Vraag: Wat zijn de Moefattiraat die het vasten van een persoon verbreken?
Antwoord: De Moefattiraat die in de Qor’aan staan vermeld zijn er drie:
1. Het eten;
2. Het drinken;
3. En de geslachtsgemeenschap.
En de bewijsvoering hiervoor is de Uitspraak van de Allaah:
“Dus hebt nu geslachtsgemeenschap met hen en zoek datgene wat Allaah voor jullie beschikt heeft, en eet en drinkt totdat de witte draad (licht van de dageraad) zich voor jullie onderscheidt van de zwarte draad (donkerte van de nacht), maakt vervolgens jullie vasten compleet tot de nachtval.” (Soerah Al-Baqarah (2), Vers 187)
(Ten eerste en ten tweede); Wat betreft het eten en het drinken, (dan maakt het niet uit) of het nu haraam of halaal (eten betreft), en of het bevorderlijk is voor het lichaam of schadelijk, of (dat het) èn niet bevorderlijk èn niet schadelijk is, of dat nu weinig of veel is. Op basis hiervan is dus ook het roken een moefattir, ondanks het feit dat het èn schadelijk èn haraam is. De geleerden zeggen verder ook dat als een persoon iets ter grootte van een graankorreltje inslikt, hij dan daarmee zijn vasten tenietgedaan heeft. Terwijl iets ter grootte van een graankorreltje niet bevorderlijk is voor het lichaam. Toch wordt het gerekend tot de moefattiraat.
Ten derde; Geslachtsgemeenschap. En dat is de ernstigste vorm van de moefattiraat, vanwege de verplichting van kaffaarah1 die het met zich mee brengt. En die kaffaarah is dan het vrijlaten van een slaaf, als hij die niet vindt dan dient hij twee maanden achtereenvolgens te vasten, als hij daartoe niet in staat is, dan dient hij zestig armen te voeden.
Ten vierde; Zaadlozing door (seksuele) lust.2 Als een zaadlozing bij een persoon plaatsvindt, doet dat zijn vasten teniet. Echter hierbij vindt geen kaffaarah plaats, omdat die slecht bij geslachtsgemeenschap plaatsvindt.
Ten vijfde; Injectiespuiten waarmee men zich laat voorzien van eten en drinken. Het betreft hier dus de injectievoedingen.3 Wat betreft de injectiespuiten die geen voedende werking hebben, die toen het vasten niet teniet. Of een persoon die nu binnenkrijgt via de aderen of via de spieren. Het is dan immers geen eten of drinken en heeft dan ook niet de functie van eten of drinken.
Ten zesde; Opzettelijk overgeven. Als een persoon opzettelijk overgeeft, doet dat zijn vasten teniet. Als hij echter gedwongen is om over te geven, dan rust er op die persoon geen blaam.4
Ten zevende; Het uitvloeien van menstruatiebloed of postnatale bloeding. Als bij een vrouw menstruatie (bloed) uitvloeit, ook al zou dat maar een ogenblik vóór het ondergaan van de zon plaatsvinden, dan doet dat het vasten teniet.5
Ten achtste; Het uitvloeien van bloed door al-Hijaama6. Het bewijs hiervoor is de uitspraak van de Boodschapper ملس و هيلع للهأ ىلص: “Degene die hijaama uitvoert en degene die hijaamah laat uitvoeren, hebben hun vasten verbroken”.7 Als een persoon hijaamah laat uitvoeren, en er verschijnt bloed, dan verbreekt dat het vasten. En het verbreekt ook het vasten van degene die al-hijaamah uitvoert als dat op de manier plaatsvindt die bekend stond in de tijd van de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص. En dit houdt in dat de haajim8 kleine porties bloed aftapt. Echter als hij de hijaama uitvoert middels apparatuur die losgekoppeld staat van de haajim, dan verbreekt dat slechts het vasten van de mahjoem9 en niet van de haajim.
Als deze moefattiraat gedurende de dag van de Ramadan gebeuren, komen voor de betreffende persoon de volgende zaken kijken:
1. De zonde;
2. Het tenietdoen van het vasten;
3. De verplichting om zich de rest van de dag te onthouden aan de moefattiraat;
4. De verplichting om de betreffende dag in te halen.
En als de moeffatir plaatsvindt door geslachtsgemeenschap, komt daar een vijfde zaak bij kijken, en dat is de kaffaarah.
Maar men dient ook te weten dat deze moeffatiraat het vasten niet verbreken behalve bij de aanwezig van de volgende drie voorwaarden:
1. De kennis;
2. Het bewustzijn;
3. De wil.
(De eerste voorwaarde is) dus als een persoon enige van deze genoemde moefattiraat overkomt, zonder dat hij er kennis van heeft (dat het daadwerkelijk zijn vasten verbreekt) Het vasten van die persoon is dan correct. Of dat nu is, omdat hij onwetend is met betrekking tot de tijd of onwetend is met betrekking tot de regelgeving.
Een voorbeeld van onwetendheid met betrekking tot de tijd, is als een persoon in het laatste gedeelte van de nacht op staat en hij denkt dat de tijd van fadjr nog niet is aangebroken en hij eet en drinkt dan, waarna het hem duidelijk wordt dat de fadjr al is aangebroken. Het vasten van die persoon is dan correct, omdat hij onwetend is betreffende de tijd.
En een voorbeeld van iemand die onwetend is betreffende de regelgeving, is als een persoon hijaamah laat uitvoeren, en hij weet niet dat de hijaamah de vasten doet verbreken. Er dient dus tegen die persoon gezegd te worden: “Je vasten is correct.” En het bewijs hiervoor is de uitspraak van Allaah:
“O onze Heer! Leg geen rekenschap af, als wij vergeten of een fout begaan.” 10 11 ( Soerah Al-Baqarah (2), Vers 186)
En vanuit de Soennah, de hadith van Asmaa bint Abie Bakr, die overgeleverd is door Al-Boekhaarie in zijn Sahih: “Wij verbraken ons vasten op de dag, dat het erg bewolkt was ten tijde van de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص … Daarna kwam de zon op, zodat hun eten en drinken gedurende de dag plaats vond. Zij wisten dat echter niet, en dachten dat de zon al onder was gegaan. En de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص droeg hen niet op om die dag in te halen. En als het verplicht zou zijn geweest, dan had hij hen zeker daartoe opgedragen. En als hij hen daarmee opgedragen zou hebben, dan zou dat aan ons zijn overgeleverd12. Echter, als een persoon eet en drinkt, terwijl hij denkt dat de zon al is onder gegaan, en erachter komt dat de zon nog niet is ondergegaan, is hij verplicht om zich te onthouden, totdat de zon daadwerkelijk is ondergegaan. En zijn vasten is dan correct.
De tweede voorwaarde is dat een persoon bij bewustzijn is. Het tegenovergestelde van bewustzijn is vergeetachtigheid. Als een vastende dus vergeet, en eet en drinkt, dan is zijn vasten correct. Dit is gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene:
“O onze heer! Leg ons geen rekenschap af, als wij vergeten of een fout begaan.” (Soerah Al-Baqarah (2), Vers 186).
En de uitspraak van de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص, die overgeleverd is door Aboe Hoereirah هنع للهأ يضر: “Degene die eet of drinkt, terwijl hij vastende is, dient zijn vasten door te zetten. Allaah immers, heeft hem dan te eten en te drinken gegeven.” (Overgeleverd door Al-Boekhaarie in 'Het Boek over het Vasten' (1933) en door Moeslim in 'Het Boek over het Geloof' (49).
De derde voorwaarde is de wil. Als een vastende enige van deze moefattiraat pleegt, zonder eigen wil en keuze, dan is zijn vasten correct. Als hij bijvoorbeeld zijn mond aan het spoelen was, en water vervolgens naar zijn buik daalt, zonder opzet, dan is zijn vasten correct.
Als een persoon zijn vrouw dwingt tot het hebben van geslachtsgemeenschap en zij is niet in staat om hem van zich af te houden, dan is haar vasten correct. Zij heeft het immers niet gewild. En het bewijs daarvoor is de Uitspraak van de Meest Verhevene over degene die gedwongen koefr pleegt.
“Degene die ongelovig is geworden in Allaah na geloof te hebben gehad, behalve hij die daartoe gedwongen is en zijn hart gevuld is met geloof.” ( Soerah An-Nahl (16), Vers 106)
Als een vastende gedwongen wordt om zijn vasten te verbreken of het begaan van een moefattir, zonder eigen wil of opzet, dan rust er op die persoon geen blaam en is zijn vasten correct.”
1 Een kaffaarah is een boetedoening voor het begaan van een verboden zaak in de Islaam.
2 Wat betreft de zaadlozing door (seksuele) lust, daarvoor is het bewijs de uitspraak van Allaah betreffen de vastende: “Hij laat zijn eten en drinken omwille van Mij.” [Overgeleverd door Ibn Maajah: Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk: Betreffende de Superioriteit van het Vasten (1638)]. En zaadlozing is een lust. Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص: “In het hebben van geslachtsgemeenschap (met jullie wettige vrouwen), zit liefdadigheid.” Zij zeiden: “O Boodschapper van Allaah, dus als iemand van ons zijn seksuele lusten gaat bevredigen (met zijn wettige vrouw/en), krijgt hij dan daarvoor beloning?” Hij zei: “Zien jullie dan niet, dat wanneer hij die lusten op een harame manier gaat bevredigen, dat dan voor hem een zonde staat. Zo is het ook, wanneer hij die op een halale wijze gaat bevredigen, hij daarvoor een beloning krijgt.” [Overgeleverd door Moeslim: ‘Het Boek over de Zakaat. Hoofdstuk: De Verduidelijking dat de Term Sadaqah toegepast wordt op elke Soort goede Zaak (1006)]. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-Utheymien].
3 Deze nemen immers de functie in van voedsel en drank, waardoor een persoon geen behoefte meer heeft aan eten of drinken. En alles wat de functie inneemt van iets anders, daarop is dezelfde regelgeving van toepassing. Om die reden blijft het lichaam in afwachting op het innemen van die injectiespuiten. Dit betekent dat het lichaam gevoed blijft door die injectiespuiten, ook al kan een persoon op een andere manier helemaal geen voedsel tot zich nemen. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-Utheymien].
4 De hadith van Aboe Hoerairah هنع للهأ يضر dat de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص heeft gezegd: “Degene die overgeeft dient zijn vasten in te halen, en degene die gedwongen is over te geven, hoeft zijn vasten niet in te halen.” [Overgeleverd door Aboe Dawoed: Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk: De Vastende die opzettelijk overgeeft (2370). En At-Tirmdhi: Het Boek over het Vasten / Wat overgeleverd is wanneer opzettelijk wordt overgegeven (720)] . En de wijsheid daarvan is dat als een persoon overgeeft zijn buik leeg wordt gemaakt van voedsel En het lichaam heeft juist datgene nodig waarvan het lichaam ontdaan is. Daarom zeggen wij, als het om een verplichte vasten gaat, dan is het voor een persoon niet toegestaan om over te geven. Als hij immers overgeeft, heeft hij daarmee zijn verplichte vaste teniet gedaan. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-Utheymien].
5 Dit is gebaseerd op de uitspraak van de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص over de vrouw: “Is het niet waar dat een vrouw niet kan bidden of kan vasten gedurende haar menstruele bloedingen?” [Overgeleverd dor Al-Boekhaarie in 'Het Boek over de Menstruele Bloedingen' (304). En door Moeslim in 'Het Boek over het Geloof' (79)]. En de geleerden hebben een consensus dat het vasten van een menstruerende vrouw niet correct is. En dit geldt ook voor vrouwen die lijden aan postnatale bloedingen. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-Utheymien]
6 Al-Hijaamah is het (medisch) af laten tappen van bloed.
7 Overgeleverd door Al-Boekhaarie als een moe'allaq hadith. Het Boek van het Vasten / Hoofdstuk over Al-Hijaamah en het opzettelijke Overgeven. Ook At-Tirmidhi: Het Boek over het Vasten / Hoofdstuk: de Afkeurenswaardigheid van Al-Hijaamah voor de Vastende (774).
8 De haajim is degene die de hijaamah uitvoert.
9 De mahjoem is degene die hijaamah laat uitvoeren.
10 Over geleverd aan het begin van Sahih Moeslim van de hadith van Aboe Hoereirah: “Allaah heeft ja gezegd!” En de hadith van Ibn 'Abbaas dat Allaah hierop gezegd heeft: “Dat heb ik gedaan!” [Bron: Tafsir Al-Qor'an Al-'Adhiem van Ibn Kathir].
11 En gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene: “Er rust op jullie geen blaam wanneer jullie hierin een fout begaan, behalve wat jullie harten opzettelijk bedoelen.” (Soerah Al-Ahzaab (33), Vers 5). En beide bewijzen zijn algemeen.
12 Dit is gebaseerd op de Uitspraak van de Meest Verhevene: “Waarlijk! Wij zijn het die de Vermaning hebben neder gezonden en voorzeker, Wij zullen het beschermen.” (Soerah Al-Hijr (15), Vers 9).
13 Als dus de regelgeving betreffende ongeloof is, dat het opgeheven wordt door dwang, dan wordt al het andere (dan ongeloof) zeker opgeheven. En ook de hadith die overgeleverd is dat de Profeet ملس و هيلع للهأ ىلص heeft gezegd: "Allaah heeft van mijn gemeenschap de fouten, de vergeetachtigheid en datgene waartoe het gedwongen wordt, opgeheven." [Overgeleverd door Ibn Maajah in 'Het Boek over het Echtscheiding' (2043)]. [Bron: Fataawah Arkaan Al-Islaam door Shaych Al-Utheymien].
0 reacties:
Een reactie posten